Medisch Vandaag 17 december 2003
Ingezonden onder de kop ‘Uitkeringsproblematiek vergt maatschappelijke samenwerking’.
Integraal geplaatst onder de kop ‘Zorg is klaar voor arbopas’
Om toestroom naar sociale uitkeringen optimaal in te dammen bepleit collega Wijers, voorzitter van de NVVG, een hechtere, efficiëntere samenwerking tussen artsen van verschillende disciplines (Medisch Vandaag 19.11.03). Heel terecht verdedigt Wijers versterking van integrale hulp bij indamming van de toestroom naar de WAO.
Het is prijzenswaardig dat de overheid door invoering van de ‘Wet verbetering poortwachter’ en een recent verschenen actieplan aangeeft zich daadwerkelijk voor een hechtere samenwerking tussen hulpverleners te zullen inzetten.
Ondanks al deze goede voornemens is het in mijn ogen gerechtvaardigd om vraagtekens te plaatsen bij de bereidheid – niet alleen van artsen, maar ook van sociale partners én van de overheid zelf – om plannen tot meer arbeidsparticipatie daadwerkelijk uit te voeren. Wijers geeft al aan dat zelfs bij artsen nog veel weerstanden overwonnen moeten worden.
Daarnaast is een bruikbaar instrument noodzakelijk dat een persoonlijke inzet van ‘medische cliënten’ mogelijk maakt. Teveel is de patiënt/cliënt nog een passief en te betuttelen object.
Hierover schreef ik september jl. onder de kop ‘Medisch verantwoorde arbeid voor arbeidsgehandicapten’ een brief naar de Vaste kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Enkele citaten uit deze brief:
“Hoe kan men bij ‘mensen met een vlekje’ de capaciteiten tot creatieve arbeid beter benutten?”..Honderdduizenden werkwilligen krijgen wel een uitkering maar kunnen niet doordringen tot de arbeidsmarkt. Het antwoord op deze vraag wordt voor een groot deel geformuleerd in Artikel 3, lid 1c van de Arbo-wet. Deze wettekst luidt: De inrichting van de arbeidsplaatsen, de werkmethoden en de bij de arbeid gebruikte arbeidsmiddelen evenals de arbeidsinhoud moeten zoveel als redelijkerwijs kan worden gevergd aan de persoonlijke eigenschappen van werknemers zijn aangepast.
Het Centraal Bureau voor Statistiek (1991) en het Sociaal Cultureel Planbureau (2000) hebben exact gespecificeerd dat ruim 1.4 miljoen Nederlanders tussen 25 en 65 jaar meer of minder medische beperkingen hebben. Veel mensen met een handicap hebben enerzijds medische bescherming nodig maar anderzijds toch een zeer hoge restcapaciteit tot arbeid die – door allerlei omstandigheden – nooit wordt benut. Zij staan aan de kant bij het arbeidsproces.
In een multinational hield ik mij achttien jaar lang bezig met het bewerkstelligen van passende arbeid. Hierbij maakte ik gebruik van belastbaarheidprofielen.
Voor de niet-medische lezer: dit zijn diagrammen die in gradaties aangeven welke arbeid een werknemer in rede wel en welke hij/zij niet kan verrichten. Werknemers werden door middel van in eigendom verkregen belastbaarheidprofielen duidelijk op de hoogte gesteld van hun mogelijkheden en beperkingen. In 1993 verkondigde ik mijn gedachtegoed met betrekking tot herinvoering en popularisering van deze profielen in de SER en in 1996 noemde ik deze (Medisch Contact) arbopassen. Op de persoon afgestemde arbeidsadviezen werden jarenlang geanalyseerd en in computerbestanden opgeslagen. Terugkerende conclusies uit medische jaarverslagen luidden:
- bij rond 20% van de gehele bedrijfspopulatie bleken op grond van medische beperkingen gerichte arbeidsadviezen noodzakelijk
- de werknemer werd niet gedegradeerd tot een te betuttelen object maar kon zelf, eventueel in samenwerking met andere deskundigen, participeren in de speurtocht naar passende arbeid
- het ziektecijfer van werknemers met een gehonoreerd gericht arbeidsadvies bleek niet hoger te zijn dan van personen zonder arbeidsadvies
- door het systematisch toepassen van gerichte arbeidsadviezen daalde het ziektecijfer met ongeveer 30 % t.o.v. vergelijkbare industrieën
- gerealiseerde arbeidsadviezen en taakroulatie (vaak reeds op economische gronden toegepast) leidden tot een efficiëntere bedrijfsvoering en een hogere arbeidsvreugde
- arbeidsadviezen voor chronische zieken of mensen met een handicap bleven meestal jarenlang ongewijzigd
- communicatie tussen verschillende disciplines in de gezondheidszorg werd door gebruikmaking van belastbaarheidprofielen aanmerkelijk verbeterd!!
Arbeidsadviezen dienen om mensen op gezonde en menswaardige wijze hun werk te laten verrichten.”
Het is een uil naar Athene dat ons sociale klimaat m.b.t. arbeid niet alleen wordt bepaald door samenwerkende artsen maar ook door de overheid en al dan niet welwillende werkgevers en werknemers. Tayloristisch denken van werkgevers én onstuimig claimgedrag van tienduizenden inactieve mensen komen helaas nog massaal voor. Zie mislukking Megabanenpool te Amsterdam.
Over actieplannen van de overheid gesproken…De griffier van de Vaste kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid deelde mij recent mee dat mijn op goede ervaring gegronde medische inzichten thans niet leiden tot enige beleidsmaatregel van SZW en dat mijn gedachtegoed voor kennisgeving wordt aangenomen. Helaas wordt ons sociale beleid nauwelijks beïnvloed door artsen. Wél door elkaar tegensprekende partijpolitici, economen en juristen, die meestal geen kaas gegeten hebben van sociale geneeskunde. Al jarenlang leidt dit tot een oeverloze haasje-over wetgeving. Mevrouw Mariëlle Tjak, voorzitter van de NVAB, deelde mij enkele maanden geleden mee dat de NVAB in principe niet afwijzend staat tegenover invoering van een arbopas: een vleugje hoop?
Wolfgang Kotek, arts voor arbeid en gezondheid
www.arbopas.nl / info@arbopas.nl